Anne-Lot Hoek
De strijd om Bali. Imperialisme, verzet en onafhankelijkheid 1864-1950
De Bezige Bij, ISBN 978-94-031-5231-8. E 39,99
Als dit de opmaat is naar de bevindingen van de onderzoekscommissie die het Nederlandse geweld tijdens de twee koloniale oorlogen tussen 1946 en 1949 in kaart brengt, dan gaan we nog wat beleven. Het is zondermeer brisant materiaal dat de nodige onrust zal brengen in kringen van nog in leven zijnde oorlogsveteranen of anders wel hun kinderen. Anne-Lot Hoek heeft in haar vuistdikke boek (ruim 700 pagina’s) De strijd om Bali. Imperialisme, verzet en onafhankelijkheid 1846-1950 slechts een deel van die geschiedenis opgetekend, namelijk de gebeurtenissen op het paradijselijke Bali. En dat ‘slechts’ is heel veel. De journalist/historicus geeft in een bloedstollende chronologie de oorlogen en veldslagen weer die sinds de tweede helft van de 19e eeuw om Bali hebben gewoed. Uitmondend in een van de wreedste periodes in de gezamenlijke geschiedenis van Indonesië en Nederland: de onafhankelijkheidsstrijd tussen 1946 en 1949. Dat gebeurt zo gedegen dat Anne-Lot Hoek meteen in het rijtje Rémy Limpach, Piet Hagen, Martin Bossenbroek, David Van Reybrouck kan worden geplaatst. Deze maakten zich al verdienstelijk met hun verfrissende kijk op ons koloniale verleden. Maar Hoek weet er een explosief karakter aan te geven door haar eigen onderzoek op te voeren naar het bestaan van martelkampen op het tropische eiland oostelijk van Java. Hier zien we hoe op grote schaal en structureel oorlogsmisdaden zijn gepleegd door Ambonese en Nederlandse militairen. In zijn roman De Tolk van Java weet Alfred Birney diep door te dringen tot de psyche van de tolk/beul. Anne-Lot Hoek geeft op haar beurt een schokkend relaas van de omvang waarin dat stelselmatig martelen tijdens en voorafgaand aan verhoren gebeurde. En hoezeer het eigenlijk gemeengoed was geworden, dat buitensporige geweld tegen (vermeende) verzetsstrijders. Hoek trekt een directe lijn tussen de slachtingen op Aceh een eeuw geleden en de gebeurtenissen kort na het einde van WO II. Dezelfde tactiek die het KNIL toen uitvoerde werd tussen 1946 en 1949 toegepast door het Nederlandse leger. Het verzet met wortel en tak uitroeien, ongeacht de bijkomende schade, was het doel. Hoe het leger te werk ging? Veelgebruikte methodes waren langdurig in de zon zetten, eten en drinken onthouden, een gevangene vol met water laten lopen met gebruik van tuinslangen en dan elektrocuteren. Kampgevangenen moesten op een stroomdraad bijten, waardoor hun tanden uit hun mond werden geschoten, wat tot grote hilariteit bij de uitvoerders leidde. Ze werden vervolgens met één voet aan een auto gebonden, waarna de auto hard wegreed. Het zijn zomaar wat voorbeelden die bijna achteloos worden verteld.
Het verzet tegen de Nederlandse overheersing zat heel diep en is er, soms sluimerend dan weer openlijk, altijd geweest sinds de ‘val’ van Bali. Het werd breed gedragen en kende ook een sterk intellectuele inslag. Veel studenten en leraren namen er aan deel. Dat maakt des te nieuwsgieriger naar de mondelinge en geschreven Indonesische bronnen die Anne-Lot Hoek gebruikte. Spreekt en leest zij Indonesisch? Het moet haast wel. Er worden geregeld Balinese auteurs aangehaald. Wat zou het mooi zijn als hun werk ook voor ons toegankelijk wordt gemaakt. Is de tijd sowieso niet aangebroken dat de Indonesische stemmen worden gehoord in de talloze onderzoeken hier te lande? Dan zouden we ook weten hoe de Balinezen over hun eigen vorsten dachten. Zoals prins Anak Agung die, met medeweten van de Nederlanders, door zijn privé-militie honderden vermeende opstandelingen liet oppakken, martelen en vermoorden. De inheemse elite had lang niet altijd schone handen in deze vrijheidsoorlog. Het onderwerp moet de schrijfster lang hebben beziggehouden want al in 2013 schreef zij in Vrij Nederland over de bloedbaden op Bali. Dat haar onderzoek zou uitmonden in de conclusie dat destijds op Bali sprake was van een verborgen en grootschalig tangsi-systeem (tangsi = kazerne) van marteling en executie moet Hoek niet hebben verrast. Evenmin dat het juist zo goed werkte omdat het gezag eraan meedeed of op zijn minst wegkeek en er bewust geen administratie van bijhield. Dit boek bevestigt die gruwelijke geschiedenis en is ongetwijfeld een voorbode van erger. De vrees bestaat dat Nederland deze gifbeker helemaal moet leegdrinken. (PvR)